Gepost door: richardwentzel | 15 maart 2012

Waar energie samenkomt – Deel 6: Dolfijn

Donderdag, de laatste vasten-dag. Ik zou er iets bijzonders van maken, de wierrook stokjes lagen klaar, de zon was net opgekomen en het beloofde weer een mooie dag te worden. En dat werd het, niet alleen vanwege het weer. Dit is deel 6 van de serie ‘Waar energie samenkomt’. Deel 5 nog niet gelezen? Klik dan hier.

Deel 6 uit de serie ‘Waar energie samenkomt’ – Dolfijn.

Ik had me er een beetje bij neergelegd. Die wonderbaarlijke ontmoetingen zoals ik deze eerder die week had meegemaakt (en dan met name tijdens de eerste ceremonie) zouden er wel niet meer van komen. Het had me de hele week alert gehouden en mijn ogen waren veel op zoek naar bijzondere gebeurtenissen. Dit was het dan, gave vakantie maar meer grote doorbraken zouden er voor mij waarschijnlijk niet in zitten. Dan maar gewoon genieten! Dat begon die dag met de Eleven Directions Ceremony. En een speciale versie, ik had de wierrookstokjes van moeders mee en was er klaar voor. De eerdere dagen had ik de ceremonie gedaan met focus op wat er om me heen gebeurde, deze keer zou ik me volledig focussen op de ceremonie zelf. Zoals het hoort.

De stokjes lagen klaar, aansteker ook. Ik dacht eerst maar de Qigong oefening te doen en daarna het offer te brengen. Er is vast een officiële volgorde, maar die stond me even niet bij. Eerst naar het Oosten. De richting van het ontstaan, de geboorte van het leven en spiritueel ontwaken. Vervolgens op dat moment iets op laten komen wat betrekking heeft op dat aandachtsgebied – voor mij de kracht van de natuur die me de dag ervoor met de tekening weer een stapje verder heeft geholpen. Wierrookstokje aangestoken en door naar het Zuiden. Alle windrichtingen heb ik afgewerkt, daar was ik al snel een minuut of 10 mee bezig. Maar dat gaf niet hè.. Gaia Flow. Er is geen tijd. Er is geen haast. Wat komt dat komt. Niemand die op me wacht… of toch wel?

Nadat ik vol aandacht de ceremonie had verricht, draaide ik me naar de zee en ging midden in de mandala (cirkel) zitten. Gewoon, op de grond. Ik keek naar voren, richting de zee – ik keek daarbij tussen de twee rotsen door die vlak voor de klif in de zee lagen. En op dat moment gebeurde iets fenomenaals. Nu, 2 maanden later, als ik mijn ogen dicht doe zie ik het zo weer gebeuren. Ongeveer een kilometer uit de kust sprong een grote walvis uit het water en spoot daarbij een enorme fontijn aan water de lucht in. Dat was prachtig en had ik al vaker gezien – echter nog niet precies tussen de twee rotsen waar ik doorheen keek.  Heel mooi. Vrijwel tegelijkertijd met de sprong gebeurde echter iets wat nog veel meer indruk maakte. Vlak voor mijn klif, ook precies tussen de twee rotsen door en in lijn met de walvis in de verte, kwam van rechts naar links een grote grijze walvis langzaam en gracieus uit het water.  Vervolgens dook ze weer onder, nog even kwam haar staart boven water. Heel langzaam en zo dichtbij dat ik de pokkels kon zien – ik schat een meter of 30-40 bij me vandaan. Er ging een siddering door mijn lichaam. Wat een fantastisch beest zeg! Groot, majestueus. Wat een schouwspel! De walvissen trekken vaak langs de kust en meestal is het dan zo dat ze dan verder zwemmen en even verderop weer een fontijn de lucht in spuiten. Ik wachtte en zocht het wateroppervlak af maar er kwam niets. Ik stond op en liep richting de rand van de klif. Misschien zit ze erachter? Neehoor, niets te zien. Vreemd. Ik ging weer terug naar mijn plaatsje, ging zitten, keek op en…. jahoor. Op precies dezelfde plek kwam ze weer uit het water. Ongelofelijk. Weer stond ik op. Waar is ze? Liep rond, ging weer zitten en.. daar was ze weer. Zelfde plek, zelfde beweging. Ik begon aan mezelf te twijfelen. Zie ik het echt? Wat gaaf! Volgende verrassing. Er kwam een zeemeeuw (of iets wat erop leek) aangevlogen en die bleef zo’n anderhalve meter schuin boven mij in de lucht hangen, gebruik makend van de thermiek en de wind. Die kleine oogjes keken me recht aan en zeiden ‘Je houdt wel van spelletjes hè?‘. Ik kon een glimlach niet onderdrukken. Wat een mooi schouwspel! Ik mijmerde nog wat na, keek naar de zee en .. yep. Daar was ze weer. Tot zeven keer  toe is de walvis voor me langs gezwommen. Nog nooit had ik ze zo dichtbij gezien. Nog nooit had ik ze zo dichtbij gevoeld. Wat een fenomenale beesten zijn dat – en dan te bedenken dat Japan deze beesten afschiet ‘voor de wetenschap’. Jaja, nou Whale Wars, jullie hebben er een fan bij.

Het was allemaal zo dichtbij en het was zo’n ongelofelijke onverwachte traktatie, dat ik een tijdje gewoon stom voor me uit heb zitten staren. Het leek wel meditatie. En opeens wist ik het: Ik moet ze bedanken! Ik moet de zee en de walvissen bedanken voor dit moois! Als je vast krijg je vreemde ingevingen moet ik zeggen. Hoe bedank je nu walvissen? Toch wist ik direct wat ik moest doen. Tijdens de vakanties maak ik op het strand vaak zandsculpturen – en ik begin meestal met een dolfijn. Dus dat moest het worden. Een dolfijn. Ik wist ineens waarom ik altijd dolfijnen maakte. Voor dit moment! Ik heb snel (waarom snel?) mijn wandelschoenen aangetrokken en ben met mijn schepje, die ik normaal voor andere doeleinden gebruik (lees daarvoor het stukje over ‘holy shit’), naar beneden gegaan. Ik dacht dat het wel mooi was om de dolfijn in de vloedlijn te maken, zodat de zee haar mee zou nemen. Tjongejonge, hoe kom ik erop. Nou ja, ik aan de slag en een dolfijn gemaakt. Geen idee hoe lang dit duurde, als ik met dat soort zaken bezig ben heb ik geen benul meer van tijd – perfecte flow.

Daar lag ze. Mijn kado voor de zee. Ik riep nog ‘Dankjewel!’ – want niemand kon me horen dus niemand zou daar wat van vinden. Hmm… en nu zitten jullie dit te lezen.

Even ging het door mijn hoofd: Laat die dolfijnen nu maar komen! Maar ik verbande deze gedachte direct. Ten eerste had ik nog geen dolfijn gezien en ten tweede zou ik deze dolfijn dan weer gemaakt hebben om mijn eigen ego te strelen, terwijl het echt een bedankje voor de zee was. Weer naar boven geklauterd.  Ik kon vanaf mijn rots de dolfijn nog net zien, het zou nog een uur of 2 duren voordat de zee haar mee zou nemen. Het was wel een klein dolfijntje, zo van boven. Ik ging weer zitten midden in de mandala. Ik keek naar de zee. Prachtig uitzicht, geen vuiltje aan de horizon en de zee kwam op dat moment erg machtig over. Om de één of andere reden ‘was de zee meer aanwezig’. Toen leunde ik wat achterover en keek naar de lucht. Ik hield mijn adem in. Mijn hartslag nam toe. Ik zag in de lucht, niet gevormd door wolken maar door het blauw tussen de wolken, de perfecte vorm van een dolfijn. Echt! Ik zag een dolfijn! Nu was ik drie dagen aan het vasten en ik wist dat het dan mogelijk was dat ik zou gaan hallucineren. Ik knipperde met mijn ogen. Ik riep mezelf tot de orde. Ik kneep mezelf. Ik keek even de andere kant op. Maar het was echt een dolfijn. Een hele mooie.

Op dat moment brak er iets bij me. Regel één: Alles is met elkaar verbonden, had ineens inhoud gekregen. Wat een mooi contact. Maar met wat eigenlijk? Met de natuur? Of met het universum? Of met mezelf, als zijnde de natuur? Wat een prachtig voorbeeld van synchroniciteit. Wat is het leven (in de breedste zin van het woord) krachtig en wat is ze bereid om je te helpen. Dit was weer een ongelofelijk grote stap. Ik was heel dicht bij de natuur gekomen. In mijn volgende blog vertel ik meer over de ontdekking die ik de dag daarop bij mezelf deed, nadat ik ’s nachts een mep op mijn hoofd had gekregen.  


Reacties

  1. Ik blijf je verslag met plezier lezen 🙂


Plaats een reactie

Categorieën